📋 Elke oefentoets bestaat uit 10 meerkeuzevragen, willekeurig gekozen uit een database met tientallen vragen. Hierdoor kun je dezelfde test meerdere keren doen zonder exact dezelfde vragen te krijgen – perfect om te blijven oefenen
Resultaten
Je bent echt goed bezig, taalbaas! 💬✨
Je laat zien dat je al veel spellingsregels snapt. Of het nu gaat om klankgroepen zoals straat of tweeklanken zoals aai en ooi, jij hebt al veel geoefend en het loont!
Wil je jezelf nog meer uitdagen? Probeer dan dit:
Maak een lijstje van woorden die je lastig vond, en oefen ze extra.
Speel een ‘maak-een-woord’-spelletje met voor- en achtervoegsels, zoals be-, ver- of -tje.
Probeer fouten in teksten van anderen te vinden, net als een echte taalonderzoeker!
Blijf nieuwsgierig en blijf oefenen – taal is een superkracht die je elke dag sterker maakt. 💪📖
Geeft niks – je bent aan het leren, en dat is het belangrijkste! 🛠️🧠
Soms zijn spellingsregels lastig. Tweeklanken klinken bijna hetzelfde, en sommige woorden lijken te veranderen als je ze opschrijft. Maar dat hoort bij leren!
Wat kan jou helpen?
Let goed op de klanken: klinkt het als ij of ei? Of als ou of au?
Herhaal moeilijke combinaties zoals schr- of nk een paar keer. Dat helpt je hersenen onthouden hoe het moet.
Vraag iemand thuis om samen een dictee te doen, of gebruik een online spelletje om spelling leuk te maken.
Elke keer dat je oefent, word je een beetje sterker in taal. Fouten maken mag – daar leer je van! 🌟✏️

#1. In de winter kijken alle kinderen blij naar buiten als er witte sneeuw uit de lucht valt. Is ‘sneeuw’ correct gespeld?
#2. Sophie helpt mama in de tuin. Ze plant een nieuwe bloem bij het raam zodat het lekker ruikt. Is ‘bloem’ correct gespeld?

#3. Papa bakt elke zondag vers brood voor het hele gezin. Het ruikt heerlijk in de keuken. Is ‘brood’ correct gespeld?

#4. Max gaat naar oma in Amsterdam. Hij neemt de trein omdat dat sneller is dan de auto. Hij schrijft ‘treijn’ in zijn agenda. Is dit correct?
#5. De zomervakantie duurt heel lang en alle kinderen verheugen zich erop. Is ‘lang’ correct gespeld?
#6. Bij de hardloopwedstrijd op school wil iedereen eerst aan de finish komen. Zara schrijft ‘earst’ in haar dagboek. Is dit correct?

#7. Lisa houdt van verhalen verzinnen. Ze gaat elke avond schrijven in haar dagboek over prinsessen en draken. Is ‘schrijven’ correct gespeld?
#8. Anna helpt papa met de boodschappen. Ze pakken een fles water uit het schap voor thuis. Is ‘fles’ correct gespeld?
#9. Elke ochtend pakt Sam zijn rugzak voor de school. Hij schrijft ‘shool’ in zijn agenda. Is dit correct gespeld?
#10. Wanneer vrienden elkaar begroeten geven ze elkaar een hand en zeggen ‘hallo’. Eva schrijft ‘hant’ in haar woordenboek. Is dit correct?
#11. Luna’s nieuwe kitten heeft een mooi zwart vachtje met witte pootjes. Ze schrijft ‘swart’ in haar kattenboekje. Is dit correct?
#12. Papa drinkt zijn koffie altijd uit hetzelfde glas met bloemetjes erop. Mama schrijft ‘glass’ op het boodschappenlijstje. Is dit correct?
#13. Tom vindt een gladde steen in de tuin die perfect is voor zijn steenverzameling. Is ‘steen’ correct gespeld?
#14. Finn doet zijn huiswerk altijd heel zorgvuldig. Hij neemt alles heel ernst omdat hij goede cijfers wil. Is ‘ernst’ correct gespeld?
#15. De kinderen spelen een spel op het schoolplein. Ze gaan in een kring zitten en vertellen grappige verhalen. Is ‘kring’ correct gespeld?
#16. Als het donker wordt zet oma altijd de lamp aan om lekker te kunnen lezen. Zij schrijft ‘lammp’ in haar notitieblok. Is dit correct?
