📋 Elke oefentoets bestaat uit 10 meerkeuzevragen, willekeurig gekozen uit een database met tientallen vragen. Hierdoor kun je dezelfde test meerdere keren doen zonder exact dezelfde vragen te krijgen – perfect om te blijven oefenen

 

Resultaten

Fantastisch, woordbouwer! 🏗️✨
Jij hebt samengestelde woorden als “fietsenbel” en “tafelkleed” knap geschreven. Klaar voor het volgende level?

  • 🧠 Bedenk zelf nieuwe woorden – Zoals zonnebril of boekentas.

  • 🔍 Kijk om je heen – Welke samengestelde woorden zie je thuis?

  • 🎲 Speel een woordenwedstrijd met je familie – Jij checkt de spelling!

📣 Onthoud: “Een goede tussenletter maakt je woorden sterk.” Tot de volgende keer! 🚀

Niet bang zijn, toekomstige woordenarchitect! 🌟
Met tussenletters kun je spelen als met lego. Oefening baart kunst:

  • 📚 Leer de regels – Zoals -n bij meervoud (fietsenbel), -s bij andere (tafels).

  • ✍️ Schrijf ze op – En controleer of je tussenletter klopt.

  • 💻 Oefen op spellingoefenen.nl – Lekker interactief!

💪 Onthoud: “Elke tussenletter die je snapt, maakt je sterker.” Zet ‘m op! 📝

Quiz starten

#1. Kies: De ___ vervoert goederen.

Vorige
Volgende

#2. Welk woord hoort hier: De ___ heeft verse appels.

Vorige
Volgende

#3. Welk woord hoort: De ___ heeft nieuwe fietsen.

Vorige
Volgende

#4. Kies het goede woord: Hij eet uit een ___.

Vorige
Volgende

#5. Vul in: De kinderen spelen op het ___.

Vorige
Volgende

#6. Welk woord past: Het kind leest een spannend ___.

Vorige
Volgende

#7. Kies het juiste woord: Mijn ___ is een konijn.

Vorige
Volgende

#8. Kies: Het ___ is groot en druk.

Vorige
Volgende

#9. Complete: Ze speelt voetbal op het ___.

Vorige
Volgende

#10. Vul in: Hij draagt zijn telefoon in een ___.

Vorige
Volgende

#11. Vul in: De ___ verkoopt planten.

Vorige
Volgende

#12. Vul in: De ___ rinkelt luid.

Vorige
Volgende

#13. Vul het goede in: De ___ is veilig voor kinderen.

Vorige
Volgende

#14. Complete: Hij bouwt een ___ in het zand.

Vorige
Volgende

#15. Vul in: Tijdens de zomer eet hij een ___.

Vorige
Volgende

#16. Welk woord past: De ___ verkoopt bloemen.

Vorige
Volgende

#17. Complete de zin: Het ___ staat in de tuin.

Vorige
Volgende

#18. Complete de zin: Hij bekijkt het ___ van zijn laptop.

Vorige
Volgende

#19. Welk woord past: Het ___ is leuk.

Vorige
Volgende

#20. Kies: Het ___ is diep en groot.

Vorige
Volgende

#21. Complete: De ___ zorgt voor voedsel.

Vorige
Volgende

#22. Vul het juiste in: Ze bezoeken de ___ om dieren te zien.

Vorige
Volgende

#23. Complete de zin: We eten een warme ___ met stroop.

Vorige
Volgende

#24. Vul het goed in: De ___ heeft nieuwe schoenen.

Vorige
Volgende

#25. Complete: Het ___ ligt op tafel.

Vorige
Voltooien