BEGRIJPEND LEZEN Groep 6 Woordenschat in context - Aanvuloefening

Resultaten

Top gedaan, leesexpert! 📚🌟
Je hebt laten zien dat je begrijpend lezen goed onder de knie hebt. Je inzet en doorzettingsvermogen werpen hun vruchten af. Klaar voor een nieuwe uitdaging?
Signaalwoorden speuren – Let tijdens het lezen op woorden als ‘omdat’, ‘maar’ en ‘daarom’. Ze helpen je de structuur van de tekst te begrijpen.
Samenvatten – Probeer na het lezen van elke alinea in één zin samen te vatten wat je hebt gelezen.
Vragen stellen – Stel jezelf tijdens het lezen vragen zoals ‘Wat bedoelt de schrijver hiermee?’ of ‘Waarom gebeurt dit?’
Onthoud: «Lezen is de sleutel tot kennis.» Blijf zo doorgaan! 🚀

Geen zorgen, dappere lezer! 🌱
Begrijpend lezen kan soms lastig zijn, maar elke dag biedt een nieuwe kans om te groeien. Probeer deze tips:
Voorspellen – Kijk naar de titel en afbeeldingen van de tekst en probeer te voorspellen waar het over gaat.
Visualiseren – Maak in je hoofd een beeld van wat je leest. Dit helpt je de tekst beter te begrijpen.
Woordenboek gebruiken – Kom je een moeilijk woord tegen? Zoek het op en schrijf het op in je eigen woordenboek.
Onthoud: «Elke expert was ooit een beginner.» Blijf oefenen, en je zult merken dat het steeds beter gaat! 💪📖

Resultaten

#1. Jess hoort ‘s nachts mysterieuze geluiden uit de donkere zolder. Ze durft niet naar boven en _______ van spanning onder haar dekbed. Kies het juiste woord:

#2. Robin bezoekt de Zaanse Schans met zijn klas op schoolreis. Hij _______ enthousiast als de historische windmolen begint te draaien. Kies het juiste woord:

#3. Liam speelt voetbal in de pauze als iemand zijn bal steelt. Van boosheid _______ hij zo hard dat alle kinderen het horen. Kies het juiste woord:

#4. Noah rent enthousiast door het park maar let niet goed op. Hij trapt op een gladde steen en _______ bijna. Kies het juiste woord:

#5. Emma ontdekt een oude schatkaart verstopt in een geheime la. Ze kan haar ogen er niet van afhouden en _______ er minutenlang naar. Kies het juiste woord:

#6. Tom is helemaal niet blij met zijn koude boterham. Hij _______ ontevreden terwijl hij zijn lunch eet. Kies het juiste woord:

#7. Jess ziet plotseling een prachtige regenboog na de regenbui. Ze heeft nog nooit zoiets moois gezien en is _______. Kies het juiste woord:

#8. Liam ziet zijn beste vriend hard vallen tijdens het voetballen. Hij rent meteen naar hem toe omdat hij zich _______ om zijn welzijn. Kies het juiste woord:

#9. Sam heeft te veel frisdrank gedronken tijdens de lunch. Plotseling _______ hij zo hard dat iedereen begint te lachen. Kies het juiste woord:

#10. Mila heeft haar favoriete knuffel verloren op schoolkamp. Ze is zo verdrietig dat ze zachtjes _______ in haar bed. Kies het juiste woord:

#11. Robin kan niet stilzitten tijdens de saaie geschiedenisles. Hij _______ onrustig heen en weer op zijn stoel. Kies het juiste woord:

#12. Tom werkt aan een moeilijk wiskundeprobleem dat hij niet snapt. Van concentratie _______ hij zijn wenkbrauwen terwijl hij nadenkt. Kies het juiste woord:

#13. Sam zit in de bibliotheek en hoort een grappig verhaal van zijn leraar. De jongen kan zijn plezier niet verbergen en _______ van oor tot oor. Kies het juiste woord:

#14. Emma moet haar gedicht voordragen voor de hele klas. Van de zenuwen _______ haar handen en trilt haar stem. Kies het juiste woord:

#15. Robin speelt een spannend videospel en moet de eindbaas verslaan. Van de spanning _______ hij zwaar tijdens het gevecht. Kies het juiste woord:

#16. Mila ligt ‘s avonds in bed en kijkt naar de sterren buiten. Ze denkt diep na over het universum terwijl ze _______. Kies het juiste woord:

#17. Noor begrijpt haar huiswerk helemaal niet en wordt ongerust.Ze _______ urenlang over de moeilijke vragen.Kies het juiste woord:

#18. Emma wil haar beste vriendin een geheim vertellen tijdens de les. Ze _______ zachtjes in haar oor zodat niemand het kan horen. Kies het juiste woord:

#19. Liam ligt op het gras en kijkt naar de wolkenformaties. Hij droomt weg terwijl hij rustig _______ over zijn toekomst. Kies het juiste woord:

#20. Noah staat voor het conservatorium en moet kiezen tussen gitaar of piano. Hij kan geen beslissing nemen en _______ tussen beide instrumenten. Kies het juiste woord:

#21. Milan bestudeert kleine insecten door een vergrootglas. Hij _______ geconcentreerd naar alle details van de vlinder. Kies het juiste woord:

Menu

Legaal