📋 Elk oefentoets bestaat uit 10 meerkeuzevragen, willekeurig gekozen uit een grotere database met honderden vragen. Hierdoor kun je dezelfde test meerdere keren doen zonder exact dezelfde vragen te krijgen – perfect om te blijven oefenen

 

Resultaten

Top gedaan, leesexpert! 📚🌟

Je hebt laten zien dat je begrijpend lezen goed onder de knie hebt. Je inzet en doorzettingsvermogen werpen hun vruchten af. Klaar voor een nieuwe uitdaging?

  1. Signaalwoorden speuren – Let tijdens het lezen op woorden als ‘omdat’, ‘maar’ en ‘daarom’. Ze helpen je de structuur van de tekst te begrijpen.
  2. Samenvatten – Probeer na het lezen van elke alinea in één zin samen te vatten wat je hebt gelezen.
  3. Vragen stellen – Stel jezelf tijdens het lezen vragen zoals ‘Wat bedoelt de schrijver hiermee?’ of ‘Waarom gebeurt dit?’

Onthoud: «Lezen is de sleutel tot kennis.» Blijf zo doorgaan! 🚀

Geen zorgen, dappere lezer! 🌱

Begrijpend lezen kan soms lastig zijn, maar elke dag biedt een nieuwe kans om te groeien. Probeer deze tips:

  1. Voorspellen – Kijk naar de titel en afbeeldingen van de tekst en probeer te voorspellen waar het over gaat.
  2. Visualiseren – Maak in je hoofd een beeld van wat je leest. Dit helpt je de tekst beter te begrijpen.
  3. Woordenboek gebruiken – Kom je een moeilijk woord tegen? Zoek het op en schrijf het op in je eigen woordenboek.

Onthoud: «Elke expert was ooit een beginner.» Blijf oefenen, en je zult merken dat het steeds beter gaat! 💪📖

#1. Emma is op een schoolreisje naar een kasteel en bekijkt oude boeken. De leerling glundert als ze een mop hoort. ‘glunderen’ betekent ‘stralend glimlachen’.

#2. Milan is tijdens de pauze. De leerling buldert boos met zijn voeten op de vloer. ‘bulderen’ betekent ‘schreeuwen’.

#3. Tom is op het dak. De leerling peinst terwijl hij naar de lucht kijkt. ‘peinzen’ betekent ‘diep nadenken’.

#4. Tom is op het dak. De leerling peinst terwijl hij naar de lucht kijkt. ‘peinzen’ betekent ‘rennen’.

#5. Tom is in zijn kamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

#6. Noah is thuis. De leerling buldert boos met zijn voeten op de vloer. ‘bulderen’ betekent ‘kruipen’.

#7. Milan is in zijn kamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

#8. Jess is in zijn kamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘lachen’.

#9. Noah is in zijn kamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

#10. Milan is in de bibliotheek. De leerling glundert als hij een mop hoort. ‘glunderen’ betekent ‘gapen’.

#11. Robin is thuis. De leerling buldert boos met zijn voeten op de vloer. ‘bulderen’ betekent ‘hard met de voeten stampen’.

#12. Sam is in de bibliotheek. De leerling schommelt op zijn stoel. ‘schommelen’ betekent ‘springen’.

#13. Milan is bij het museum. De leerling schommelt op zijn stoel. ‘schommelen’ betekent ‘heen en weer bewegen’.

#14. Mila is op de heuvel. De leerling struikelt van de heuvel af. ‘struikelen’ betekent ‘klimmen’.

#15. Sam is op de heuvel. De leerling struikelt van de heuvel af. ‘struikelen’ betekent ‘rollen en vallen’.

#16. Noor is tijdens de pauze op het schoolplein. De leerling buldert boos met zijn voeten op de vloer. ‘bulderen’ betekent ‘schreeuwen’.

#17. Liam is op een sportdag in het park. De leerling peinst terwijl hij naar de lucht kijkt. ‘peinzen’ betekent ‘diep nadenken’.

#18. Noor is op de heuvel. De leerling struikelt van de heuvel af. ‘struikelen’ betekent ‘rennen’.

#19. Liam is op een sportdag in het park. De leerling peinst terwijl hij naar de lucht kijkt. ‘peinzen’ betekent ‘lachen’.

#20. Robin is in zijn slaapkamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘hard praten’.

#21. Tom is in zijn slaapkamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

#22. Liam is in zijn slaapkamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘zingen’.

#23. Tom is in zijn slaapkamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

#24. Noor is in de bibliotheek. De leerling glundert als hij een mop hoort. ‘glunderen’ betekent ‘huilen’.

#25. Sam is in zijn slaapkamer. De leerling fronst terwijl hij een moeilijk boek over vliegende dieren leest. ‘fronsen’ betekent ‘dagdromen’.

Vorige
Voltooien

Ondersteuning van het academisch succes van leerlingen in alle groepen met gratis oefenmateriaal en praktische tips.

© 2025 Cito Toets Voorbereiden. Alle rechten voorbehouden