📋 Elke oefentoets bestaat uit 10 meerkeuzevragen, willekeurig gekozen uit een database met tientallen vragen. Hierdoor kun je dezelfde test meerdere keren doen zonder exact dezelfde vragen te krijgen – perfect om te blijven oefenen

 

Resultaten

Topprestatie, Woord-strateeg! 🏆

Jij laat zien dat je niet alleen nieuwe woorden kent, maar ook snapt hoe ze bij elkaar horen. Klaar voor de volgende uitdaging?

  1. Synoniemen-spel – kies elke dag één “saai” woord (lopen) en vind drie spannendere varianten (slenteren, wandelen, rennen). Gebruik ze in zinnen.
  2. Tegenstellingen-tikkertje – schrijf tien woorden op en verzin er razendsnel een tegengestelde bij (groot ↔ klein). Tijd jezelf en probeer morgen sneller te zijn.
  3. Schatkist-verhaal – maak een mini-strip of vlogje waarin je vijf nieuwe woorden uit de les op een grappige manier laat zien. Zo onthoud je ze voor altijd.Elke woordmissie die je voltooit maakt jouw taal­schatkist nóg rijker. Ga zo door! 🚀

Geen paniek — je groeit elke dag! 🌱

Woorden leren is soms als een puzzel, maar met slimme stappen past alles in elkaar. Probeer dit:

  1. Kijk-plaat-praat – zoek bij elk lastig woord een plaatje (online of in een boek) en vertel hardop wat je ziet. Beelden woorden = superteam.
  2. Dubbel-schrijven – schrijf het woord eerst normaal en daarna in kleur of met een gek stickertje. Zo valt het extra op in je hoofd.
  3. Zin-bouwers – vraag iemand thuis om een woord te noemen; jij verzint er een zin bij. Des te gekker de zin, des te beter je het onthoudt.
  4. Herhaal-rondje – plak drie nieuwe woorden op de koelkast en lees ze elke ochtend en avond. Herhaling maakt meester!Elke poging telt. Fouten zijn hints om te groeien, geen blokkades. Jij kunt dit! 💪📚

Quiz starten

#1. De hond ___ achter de bal aan.

Vorige
Volgende

#2. De kat ___ met de bal.

Vorige
Volgende

#3. De auto ___ op de weg.

Vorige
Volgende

#4. De trein ___ naar de stad.

Vorige
Volgende

#5. De bloem is ___ in de tuin.

Vorige
Volgende

#6. Het meisje ___ een lied.

Vorige
Volgende

#7. De wind ___ door de bomen.

Vorige
Volgende

#8. De boom is ___ in de lente.

Vorige
Volgende

#9. De leraar ___ de klas.

Vorige
Volgende

#10. De maan ___ ‘s nachts.

Vorige
Volgende

#11. De tafel is ___ en bruin.

Vorige
Volgende

#12. De vis ___ in het water.

Vorige
Volgende

#13. Het bos is ___ in de herfst.

Vorige
Volgende

#14. De beer ___ in het bos.

Vorige
Volgende

#15. De vogel ___ in de lucht.

Vorige
Volgende

#16. De jongen ___ naar school.

Vorige
Volgende

#17. De lerares ___ een verhaal.

Vorige
Volgende

#18. De rivier is ___ en blauw.

Vorige
Volgende

#19. De olifant is ___ en grijs.

Vorige
Volgende

#20. De jongen ___ een boek.

Vorige
Volgende

#21. De fiets is ___ en rood.

Vorige
Volgende

#22. De school is ___ en groot.

Vorige
Volgende

#23. De kat ___ op de bank.

Vorige
Volgende

#24. De zon ___ elke ochtend.

Vorige
Volgende

#25. De brug is ___ en sterk.

Vorige
Voltooien