π Elke oefentoets bestaat uit 10 meerkeuzevragen, willekeurig gekozen uit een database met tientallen vragen. Hierdoor kun je dezelfde test meerdere keren doen zonder exact dezelfde vragen te krijgen β perfect om te blijven oefenen
Resultaten
Fantastisch gedaan, leeskampioen! ππ
Je hebt laten zien dat je begrijpend lezen goed onder de knie hebt. Je inzet en doorzettingsvermogen werpen hun vruchten af. Klaar voor een nieuwe uitdaging?
- Woordenzoeker β Kies elke dag een nieuw woord uit je leesboek en leg het uit aan iemand thuis.
- Verhalenbouwer β Schrijf een kort verhaal met minstens drie nieuwe woorden die je hebt geleerd.
- Leesbingo β Maak een bingokaart met verschillende leestaken (bijv. lees een gedicht, een stripverhaal, een informatieve tekst) en probeer een rij vol te krijgen.
Onthoud: Β«Lezen is dromen met je ogen open.Β» Blijf zo doorgaan! π
Geen zorgen, dappere leerling! π±
Begrijpend lezen kan soms lastig zijn, maar elke dag biedt een nieuwe kans om te groeien. Probeer deze tips:
- Beeld en woord β Teken wat je leest om het beter te begrijpen.
- Leesmaatje β Lees samen met een ouder, broer of zus en bespreek wat er gebeurt in het verhaal.
- Vraag en antwoord β Stel jezelf na elke alinea een vraag over wat je net hebt gelezen.
- Dagelijkse oefening β Lees elke dag 10 minuten en probeer nieuwe woorden te ontdekken.
Onthoud: Β«Elke expert was ooit een beginner.Β» Blijf oefenen, en je zult merken dat het steeds beter gaat! πͺπ

#1. Emma speelt in het park.
Ze gooit een bal hoog in de lucht.
Haar hond rent erachteraan.
Ze lacht vrolijk.
Is dit de hoofdgedachte: Emma speelt met een bal?
Kies het juiste antwoord.

#2. Noor loopt op het strand.
Ze ziet iets glimmen in het zand.
Het is een mooie schelp!
Ze glimlacht blij.
Is dit de hoofdgedachte: Noor vindt een schelp op het strand?
Kies het juiste antwoord.
#3. Sara zit in de tuin.
Een muis rent snel voorbij.
Ze kijkt verrast en lacht zachtjes.
Is dit de hoofdgedachte: Sara speelt voetbal?
Kies het juiste antwoord.
#4. Finn loopt door het bos.
Een vlinder met mooie kleuren fladdert voorbij.
Hij blijft stil staan om te kijken.
Is dit de hoofdgedachte: Finn slaapt in het bos?
Kies het juiste antwoord.
#5. Mila werkt in de tuin.
Ze plant een zaadje in de grond.
Ze geeft het water en wacht.
Het wordt een bloem!
Is dit de hoofdgedachte: Mila plant een zaadje?
Kies het juiste antwoord.
#6. Nina zit in de klas.
Ze knipt en plakt een mooie kaart.
Ze geeft hem aan haar juf.
Is dit de hoofdgedachte: Nina eet een boterham?
Kies het juiste antwoord.
